Getuigenissen van Slachtoffers van Politiegeweld
Politiegeweld is meer dan een incident; het laat diepe sporen achter in het leven van de slachtoffers. Hieronder delen anonieme getuigen hun verhalen. Hun ervaringen zijn aangrijpend, maar ook een krachtige oproep tot verandering. Door hun stem te laten horen, hopen zij dat dit leed niet nogmaals hoeft plaats te vinden.

Anonieme Getuige A: “Ik voelde me machteloos en vernederd.”
Het was een gewone avond in mijn buurt. Ik was met vrienden buiten, niets bijzonders. Plotseling kwam er een politieauto aanrijden. Zonder waarschuwing werden we aangesproken en gesommeerd om onze identiteitsbewijzen te tonen. Toen ik vroeg waarom, veranderde de toon meteen. Een van de agenten werd agressief en eiste dat ik mijn handen omhoog deed. Voor ik het wist, werd ik hardhandig tegen een muur gedrukt.
De klappen kwamen snel en onverwacht. Ze riepen dat ik niet moest tegenstribbelen, terwijl ik nauwelijks op mijn benen kon blijven staan. De reden? Later hoorde ik dat ik zogenaamd op iemand leek die ze zochten. Na een paar minuten lieten ze me gaan, zonder excuses of uitleg. Fysiek had ik blauwe plekken en kneuzingen, maar de mentale wonden waren erger. Sindsdien voel ik me constant op mijn hoede, vooral als ik een politieagent zie.
Ik heb geprobeerd een klacht in te dienen, maar het voelde alsof niemand me serieus nam. Het onderzoek werd uiteindelijk gesloten wegens "gebrek aan bewijs". Hoe ik erop terugkijk? Het was een moment dat me mijn vertrouwen in het systeem heeft ontnomen. Maar ik blijf hopen op een toekomst waarin dit niemand meer overkomt.

Anonieme Getuige B: “Ik dacht dat ik zou sterven.”
Tijdens een demonstratie stond ik in een menigte van vreedzame demonstranten. Het protest was kalm, totdat de politie besloot ons uit elkaar te drijven. Er werd zonder waarschuwing traangas gebruikt. Mensen begonnen in paniek te rennen, maar ik struikelde en viel. Terwijl ik probeerde op te staan, voelde ik een harde klap op mijn rug. Een agent had me met zijn wapenstok geraakt.
Wat daarna gebeurde, voelde als een waas. Ik werd meerdere keren geslagen, terwijl ik op de grond lag. Ik bleef roepen dat ik niks verkeerds had gedaan, maar het leek alsof ze me niet hoorden – of niet wilden horen. De pijn was ondraaglijk, en op dat moment dacht ik serieus dat ik daar zou sterven. Uiteindelijk sleepten mededemonstranten me weg.
De lichamelijke schade was ernstig: een gebroken rib, kneuzingen over mijn hele lichaam. Maar de angst die ik sindsdien voel, is misschien nog verwoestender. Elke keer als ik sirenes hoor, begin ik te trillen. De klacht die ik indiende, leidde nergens toe. Toch blijf ik dromen van een dag waarop protesteren vrij en veilig kan zijn.

Anonieme Getuige C: “Ze zagen alleen mijn huidskleur.”
Ik was op weg naar huis na mijn werk, een lange dag achter de rug. Het was al donker toen ik werd aangehouden. Ze zeiden dat mijn auto overeenkwam met een beschrijving van een verdachte. Wat volgde, kan ik nauwelijks geloven: ik werd uit mijn auto gehaald, mijn handen werden vastgebonden, en ik werd ruw tegen de grond gedrukt.
Ik voelde de knie van een agent in mijn rug terwijl ze vragen op me afvuurden. "Wat deed je daar?" "Waar is het wapen?" Maar ik had geen wapen, en ik deed niets verkeerd. Ze doorzochten mijn auto, maar vonden niets. Toch hielden ze me uren vast. Pas later realiseerde ik me: ze zagen alleen mijn huidskleur en gingen ervan uit dat ik schuldig moest zijn.
Hoewel ik ben vrijgelaten zonder aanklacht, is de ervaring nooit echt achter me gebleven. Ik voel me sindsdien niet meer veilig in mijn eigen stad. Zelfs een routinecontrole vult me met angst. Ik hoop dat dit ooit verandert, dat mijn kinderen niet hetzelfde mee hoeven te maken

Anonieme Getuige D: “Mijn vertrouwen is voorgoed beschadigd.”
Het gebeurde op een zonnige middag in mijn eigen wijk. Ik was met mijn kinderen in het park toen een conflict ontstond tussen twee andere mensen. De politie arriveerde snel, en ik dacht: goed, ze zorgen voor orde. Maar plotseling werd ik, zonder enige waarschuwing, aangesproken en ruw aangepakt.
Ik probeerde uit te leggen dat ik niets met de situatie te maken had, maar mijn woorden werden genegeerd. Mijn kinderen zagen hoe ik werd vastgepakt en hardhandig tegen de grond werd gewerkt. Het voelde alsof de wereld stopte. De angst in hun ogen zal ik nooit vergeten. Later hoorde ik dat ze dachten dat ik een van de betrokkenen was, maar dat bleek een vergissing. Een simpele vergissing, zeggen ze, maar voor mij is het allesbehalve simpel.
Nu, maanden later, hebben mijn kinderen nog steeds angst voor de politie, en ik voel me machteloos. Mijn klacht ligt nog in behandeling, maar ik heb weinig hoop. Wat ik wil? Dat dit nooit meer een ander gezin overkomt.